Een egelhuisje, een insectenhotel of nestkastjes: wij laten je zien hoe je je tuin diervriendelijk maakt en zo dieren helpt.
De tuin is niet alleen een ontspannende plek voor ons, mensen. Het is ook een fantastische biotoop voor veel dieren. Zelfs op een balkon vinden insecten een schuilplaats. Tenminste, als je dat op de juiste manier inricht. Met onze overzichtelijke doe-het-zelfhandleidingen maak je van je balkon of tuin heel eenvoudig een diervriendelijke plek.
Naast zelfgemaakte verblijfplaatsen voor dieren zijn er nog andere manieren om je tuin aangenamer te maken voor dieren. Een diervriendelijke tuin beschikt bijvoorbeeld over drinkplaatsen of bepaalde diervriendelijke planten die nuttig zijn voor dieren.
Een onderkomen voor de dieren in de tuin maken kost minder inspanning dan je misschien wel denkt. Je doet de dieren nog het meeste plezier als je in de herfst niet te grondig te werk gaat tijdens het ruimen. Insecten overwinteren in uitgebloeide vaste planten. Daarom kun je die in de winter beter rustig laten staan.
Een ander natuurlijk winterverblijf voor dieren in je tuin zijn de stapels bladeren. In plaats van alle bladeren te verwijderen, maak je gewoon een stapelplaats in de tuin waarin de dieren kunnen overwinteren. Ook als je je tuin met de bladblazer ontdoet van bladeren, hoef je die bladeren nadien niet weg te doen. Maak een stapel in een rustige hoek van de tuin. Daar kunnen de dieren het zich comfortabel maken tot het volgende jaar.
Vogels, insecten, egels, eekhoorntjes: ze hebben allemaal water nodig om te overleven. Met een drinkplaats doe je alle dieren in je tuin een plezier. Een tuinvijver bijvoorbeeld is ideaal voor de drinkwatervoorziening van grote en kleine dieren. Let erop dat er verschillende dieptes voorzien zijn, zodat ook kleine dieren er goed in en uit kunnen.
Maar ook zonder vijver kun je je tuin diervriendelijk maken. Dieren zijn ook blij met een drinkplaats voor insecten en vogels of een platte schaal met water. Zo’n schaal past ook goed op een balkon. Die voorziet voorbijvliegende insecten van water. Leg ook enkele stenen of knikkers in het water, zodat insecten die erin gevallen zijn er snel weer uit kunnen klimmen. Vervang het water één keer per dag en spoel de schaal grondig uit. Zo voorkom je de verspreiding van bacteriën en ziekten.
Planten die wij mensen mooi vinden, zijn vaak niet goed voor dieren. Zo bevatten de geteelde bloemen met zogenaamde volle bloesems minder meeldraden en dus minder pollen. Maar die pollen zijn levensnoodzakelijk voor insecten. Zet in de plaats daarvan in op insectvriendelijke planten, zoals bloemen waarbij die pollen in grote hoeveelheden aanwezig zijn en die goed bereikbaar zijn:
In principe zit je goed met inheemse planten. Maar let ook hier op ongevulde bloesems: bij enkele inheemse soorten zijn de meeldraden tijdens de teelt veranderd in bloesemblaadjes.
Behalve bloemen spelen kruiden en struiken een belangrijke rol voor dieren in de tuin. Een vuistregel: insecten en vogels maken vaak geen gebruik van exotische planten. Een diervriendelijke tuin zou dus minder tuinforsythia, Chinese jeneverstruik en scharlaken meidoorn mogen bevatten, maar moet beplant worden met inheemse planten zoals de jeneverstruik en meidoorn. Met de volgende planten maak je je tuin diervriendelijk:
Een steenhoop is nog een alternatief voor je diervriendelijke tuin, want ook die biedt een onderkomen voor veel dieren: padden, spitsmuizen, insecten, spinnen, egels, slangen en hagedissen voelen zich in hun nopjes tussen grote stenen en wilde planten. Stapel de steenhoop tussen grassen en hagen, waar zijn bewoners hun voedsel zoeken. Bovendien is het belangrijk dat er veel zon op valt. Dan warmen de stenen snel op en geven ze koudbloedige dieren energie. Let erop dat er in de steenhoop geen water blijft staan. De stenen zelf mogen niet te klein zijn, want alleen als je grotere stenen op elkaar stapelt, ontstaan er gaten die groot genoeg zijn.